Autheur Rineke de Jong, 28 september 2016.
Hoe maak ik een miniatuur portret?
Een schilderles in fijnschilderen, stap voor stap.
Meer over het ontstaan van dit miniatuur portret, doorsnede 3 cm.
Na verschillende miniatuur portretjes te hebben gemaakt, lijkt het mij leuk om wat meer over het ontstaan van deze kleinoden te vertellen en te laten zien, in dit geval een miniatuur kinder portret.
We moeten het met foto’s doen, want ik heb helaas (nog) niemand die voor mij een video kan maken waarop ik de werkwijze kan laten zien.
-
Het kiezen van een drager
Als het om sierraden gaat moet het lichtgewicht zijn, want je wilt niet met een molensteen om je nek lopen of dermate zware oorbellen dragen dat ze door je oorlellen zakken.
Mijn keuze is voor oorbellen gevallen op een heel lichte, hoge kwaliteit triplex. Dit materiaal wordt voor mij gelaserd in de gewenste vorm.
Voor hangertjes die aan een ketting om de hals worden gedragen, of broches, speelt dat probleem niet. Die mogen gerust iets zwaarder en groter zijn dan oorhangers. Hiervoor heb je dus een ruimere keuze. Naast de eerder genoemde triplex, gebruik ik ook masonite. Dit zaag ik zelf in de gewenste afmeting.
-
De voorbereiding van de drager
Je kunt niet meteen op dit materiaal gaan schilderen. Het moet eerst goed geprepareerd worden. Met ongeveer 4 lagen gesso op het masonite, dat eerst ontvet moet worden. Op het triplex breng ik 3 tot 5 laagjes acrylverf rondom aan. Als alles naar wens is opgebracht, goed heeft gedekt, dan laat je het goed drogen. Daarna kan je gaan beginnen met de gewenste voorstelling.
-
Het kiezen van een onderwerp
Alle onderwerpen zijn mogelijk. Van abstract tot figuratief. Omdat het zo heel klein is wat je gaat maken, heb je ook hele fijn penselen nodig. Airbrush kan ook, maar daar hou ik me niet mee bezig.
Mijn penselen zijn de allerfijnste. De allerdunste beginnen met 0000 tot 5/0. De haren zijn marterhaar of synthetisch marterhaar, ook wel filament sable genoemd. Deze penselen gebruik je in de latere en laatste stadia van je miniatuur schilderij. Voor de eerste opzet gebruik je wat grovere penselen, maar dat zullen altijd fijne penselen zijn, ongeveer maat 4 tot 8. Dan kan je ook werken met platte, tongvormige of puntpenselen, al naar gelang behoefte.
-
Oké, we gaan beginnen met de 1e opzet
Omdat de dragertjes dermate klein zijn, moeten ze op een plankje worden geplakt dat op de ezel kan worden gezet. Ik doe dit met dubbelzijde plakband. Niet te hard drukken, want je moet het werkje ook weer zonder schade kunnen verwijderen. En je wilt de achterkant ook mooi houden. Plak ze midden op het plankje zodat je voldoende ruimte hebt om te manouvreren. Mijn plankje is het schuifdeksel van een wijnkistje. Relatiegeschenken met flessen wijn worden vaak in dergelijke kistjes verpakt. In het lege kistje kan je dan meteen je schildersspulletjes doen, dan heb je alles bij de hand.
De eerste opzet kan je doen met potlood, maar ook meteen met olieverf. Als potlood is een aquarelpotlood zeer geschikt, afhankelijk van de kleur van de ondergrond in een niet al te afwijkende kleur. Niet hard drukken op je potlood, want het moet zo licht mogelijk worden aangebracht. Het is slechts een hulpmiddel. Gewoon potlood slaat door de olieverf heen, maar aquarelpotlood doet dit niet en lost ook op in de aangebrachte eerste verflaag. Ben je heel bedreven, dan kan je deze fase overslaan en de opzet in olieverf doen.
Ik zet het eerst op in één kleur. Bij een lichte ondergrond gebruik ik rauwe omber, bij een donkere ondergrond een hele lichte kleur. Zie hier de foto van het kleine meisje, waarop ik heb aangegeven welk deel ik ga schilderen.
Ik werk met de allerbeste kwaliteit olieverf en verdun de verf met een eigengemaakt medium van walnootolie en terpentijn. Na veel ervaring gaat hier mijn voorkeur naar uit. Maar natuurlijk kan je ook kant en klare medium kopen. Hoe beter de kwaliteit verf, hoe meer pigment en hoe minder vulmiddel er in de verf zit. En dat merk je meteen in het gebruik. Deze verf is natuurlijk duurder dan studiekwaliteit, maar de kleuren zijn oneindig veel mooier. Je mag me altijd contacteren voor meer info hierover.
Je kunt eerst op een schetspapier met potlood (gewoon A4 printerpapier) zoeken hoe de compositie moet worden. Je kunt bijvoorbeeld een foto afdrukken en daarop aangeven, wat je van die foto uitkiest om te schilderen. Daarna heb je dan je ontwerp kant en klaar voor je miniatuurtje.
Je ziet dat ik hier al een soort huidkleur heb gebruikt en voor de donkere gedeelten gebruik heb gemaakt van de donkere ondergrond. Nu moet het drogen, voordat je weer verder kunt werken. Dat duurt, afhankelijk van de omgevingstemperatuur èn de dikte van je aangebrachte verf, minimaal 1 à 2 dagen. Voel voorzichtig met je vinger of de verf niet meer “pikt”. Is dat het geval dan kan je met de volgende laag beginnen.
De basis voor huidkleur is wit, gebrande sienna, een pietsje gele oker. Vleesoker is ook een geweldige kleur voor blosjes en lippen. Voor de plekken waar de huid dichter bij de botten zit, gebruik je groen of blauw. Dit alles hèèl voorzichtig. Maar nu loop ik al vooruit op de volgende fases.
-
De volgende fases
Zoals je ziet lijkt het nog nergens op, maar de verhoudingen en de compositie moeten al wel kloppen.
Nu ga ik het verder uitwerken en zoek ik steeds verder al verf op brengend met het penseel naar de gelijkenis van van mijn onderwerp. In dit geval een kinderportretje van een 1-jarige.
Je maakt een palet aan met de kleuren die ik eerder heb genoemd, zet je medium klaar (ik heb dit in een klein potje dat ik steeds kan afsluiten) en je penselen. Kijk nu goed naar de vorm en details van het gezicht en zet de volgende laag op. Het is nog altijd in de kleur zinkwit en rauwe sienna. Zinkwit is een transparant wit. En je ziet ik zoek de de donkere en lichte delen van het gezichtje. Ik werk als het ware van achteren naar voren. Onder het vlees heb je de botten en op het vlees de huid. Zo bouw ik ook het gezicht op. Je moet je dus verdiepen in de anatomie. Nog altijd is het niet het schattige meisje, maar dat gaat het later wel worden. Deze fase gaat er ongeveer zo uit zien:
Je ziet, het is al meer een compleet gezichtje. Nu moet het weer drogen. Daarna kunnen we verder met de volgende fase.
Het kan zomaar zijn dat je wat meer laagjes nodig hebt om tot dit resultaat te komen. Dat geeft niet want je bent aan het glaceren. Dat is een transparante schilderstechniek, waardoor elke laagje dat je aanbrengt zichtbaar blijft onder elke nieuw aangebracht laagje. Elk laagje moet steeds opnieuw drogen !
Als je tevreden bent dan gaan we kleur aanbrengen.
Zoals ik al eerder vermeldde: De basis voor een blanke huidskleur is wit, gebrande sienna, een pietsje gele oker. Vleesoker is ook een geweldige kleur voor blosjes en lippen. Voor de plekken waar de huid dichter bij de botten zit, gebruik je groen of blauw. Dit alles hèèl voorzichtig.
Voor blond haar gebruik je o.a. wit, gele oker, gebrande sienna, rauwe sienna. Voor de donkere diepten en alle donkere details, zoals rond de ogen, gebrande omber. Zwart gebruik ik zelden of nooit. Als je groen en rood mengt en toevoegt krijg je ook een mooi warm zwartachtige toets.
Nu zitten er ook kleuren in het gezichtje en wordt het al echt een schattig meisje.
Je hoeft ook niet alle kleuren gelijktijdig aan te brengen, je kan steeds hetzelfde principe herhalen, van aanbrengen en laten drogen. Doordat je glaceert en de laagjes opbouwt krijg je een ongekende diepte in het schilderij en daardoor krijg je een driedimensionaal effect. Het portretje lijkt te gaan leven.
Hoe verder we met het schilderij komen, hoe fijner de penselen worden. Bijvoorbeeld de blauwe irissen van de ogen heb ik met penseel 0000 gedaan. En de lichtpuntjes ook, maar daarvoor gebruik ik titaanwit. Dat is een dekkend wit, dat kan je ook gebruiken voor alle andere highlights zoals haar, wangen, kortom overal waar licht opvalt.
Zo nu ook de laatste hand aan alle details die nog een kleine toets nodig hadden. We kijken of de gelijkenis naar onze en naar de zin van de opdrachtgever is. Zo ja, dan is het portretje klaar. Het mooiste is natuurlijk als je de geportretteerde ook in werkelijkheid kan aanschouwen. Je kunt dan zien hoe ze beweegt, de mimiek van het gezichtje zien en nog veel meer. Dat zie je ook terug in het schilderij. Als dat niet mogelijk is vraag dan zoveel mogelijk foto’s, dan krijg je ook inzicht. Ook is het zo dat de ene mens, of het dier fotogenieker is dan de andere. Het zou jammer zijn als je schilderij daaronder zou lijden.
Hier zie je het eindresultaat: Aan de voorkant het miniatuur portretje en aan de achterkant signeer ik in dit geval omdat er aan de voorkant geen ruimte voor is. Op de foto heb ik dat nog niet gedaan omdat de verf nog niet goed droog was.
Ik wens jullie veel succes als je het ook wilt proberen en hoop dat mijn uitleg duidelijk genoeg is.
Op deze manier kan je eigenlijk alles schilderen. Bloemen, planten, dieren, insecten, portretjes, etc. Olieverf is naar mijn mening de meest geschikte verf voor deze techniek. Wil je abstract werken? Dan kan de ook, maar dan hoeft het niet op deze manier. Binnenkort zal ik wat miniatuurtjes van o.a. vlinders op mijn blog plaatsen. De werkwijze is hetzelfde als hier is uitgelegd.
-
Ter Inspiratie
Hieronder nog wat voorbeelden ter inspiratie. De hangers zijn te koop in mijn Etsy shop, maar u kunt mij ook rechtstreeks benaderen.
Voor nog meer wetenswaardigheden over schilderen en technieken, lees:
Schilderstechnieken – schilderen met olieverf
Kunst maken houdt je hersenen scherp
Dank voor uw interesse en aandacht.